zondag 26 augustus 2012

Mijn rariteitenkabinet

Een rariteitenkabinet. Dat klinkt als iets wat eigenlijk een beetje vreemd is. Iets wat je vooral niet al te serieus moet nemen. Sommige mensen doen er ook een beetje lacherig over. Daardoor heeft de term voor mij iets denigrerends. En dat doet geen recht aan de bijeengebrachte voorwerpen die met veel zorg door de eigenaar verzameld zijn.

In de zeventiende eeuw waren rariteitenkabinetten onder de gegoede burgerij heel populair. Dat kwam door de handel met het Verre Oosten waardoor bijzondere en soms kostbare voorwerpen in ons land verzeild raakten.

Onder 'rariteiten' verstaan we zeldzame voorwerpen die meestal werden ingevoerd vanuit de kolonies. Dat konden vreemde schelpen, exotische dieren of planten zijn, maar ook inheemse eigenaardigheden zoals Siamese tweelingen werden in de collectie opgenomen. De kabinetten –zowel kasten als kleine kamertjes- waren zeker geen musea. Ze waren uitsluitend bestemd voor de eigenaar die anderen persoonlijk kon uitnodigen om zijn collectie te bewonderen.

Iedereen die ons kent weet dat we fervente Griekenland-liefhebbers zijn, met name Lesvos. We komen tenslotte niet voor niets al 15 jaar op het eiland. Onze kennismaking met Griekenland begon op het eiland Kos, in 1990, nu zo´n  22 jaar geleden. Maar op Lesvos zijn we ´gebleven´.

Als je al zolang in dat land komt, ga je je vanzelf interesseren in gebruiken, gewoontes en tradities. Zo heb ik me jaren afgevraagd waarom al die Grieken, vooral de mannen, toch met zo´n kralenkettinkje lopen. Sommigen halen er complete handacrobatiek mee uit.
In de loop der jaren ben ik erachter gekomen dat zo´n ketting een ´komboloi´ heet. En dat het zeker geen rozenkrans is, sterker nog: een komboloi heeft geen enkele religieuze betekenis. Echter, veel Grieken gebruiken de komboloi wel bij hun gebeden of om hun zorgen te overdenken. Of hij komt tevoorschijn op momenten van rust of tijdens een gesprek, wanneer de vingers wat te doen willen hebben.

Komboloi, betekent `zorgparels´. Het woord komt van het Griekse woord `kombos` (knoop) en het werkwoord 'leo' (zeggen). Samen betekenen deze woorden zoveel als "bij elke knoop zeg ik een gebed".

Vermoedelijk zijn monniken op de Athosberg in het noorden van Griekenland begonnen met het maken en gebruiken van komboloi. Ze maakten parelstrengen door het leggen van knopen op dezelfde afstand van elkaar. Andere monniken maakten ze van hout, schelpen of olijfpitten. Een echte komboloi is dan ook altijd gemaakt van organisch materiaal. Vaak worden materialen als amber, masticha, vulkanisch gesteente of been gebruikt. Met name de exemplaren waar amber (barnsteen) en masticha in verwerkt is, kunnen bijzonder kostbaar zijn.
Een komboloi heeft altijd een oneven aantal stenen, meestal 17, 19, 21 of 23. Het aantal is altijd oneven, vanwege de symmetrie: de middelste kraal is een houvast waaraan de komboloi rondgedraaid kan worden.

De komboloi voorziet in een oer-menselijk verlangen naar houvast, iets vertrouwds dat er altijd is en waar altijd op teruggevallen kan worden en gaat een leven lang mee. Soms worden mensen met hun dierbare snoer begraven.
Je komboloi kwijtraken is voor traditionele Grieken niets minder dan een ramp: Het geluk en het verdriet van een mensenleven is diep in de kralen gedrongen. De traditionele komboloi bezitter zal hem nooit uit handen geven; de magie van het voorwerp en de strikt persoonlijke waarde zou daardoor worden aangetast.

Ik vind dat een hele mooie symboliek. Het heeft me ertoe aangezet ze te gaan verzamelen. Groot, klein, duur, goedkoop. Als ik hem mooi vindt, komt íe in de collectie. En zo is sinds 2 jaar mijn eigen rariteitenkabinet ontstaan. In de hal van ons huis hangt een op maat gemaakte vitrine met de collectie erin. Deze bestaat uit verzamelde komboloi van de laatste 5 jaar en wordt jaarlijks uitgebreid. Een tweede vitrinekast is inmiddels in de maak.
Er zitten een aantal bijzondere exemplaren bij m'n collectie. Maar dan moet je maar eens komen kijken, dan vertel ik er graag alles over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten